Tabak is goed voor de gezondheid
In de zestiende eeuw brachten Spaanse zeelui wel eens een voorraadje tabak mee en vertoonden hun kunsten aan het volk. Toch
heeft het lang geduurd eer tabak als genotmiddel in Europa werd
gebruikt. Aanvankelijk werd het uitsluitend gebruikt als geneesmiddel. Het zou tegen allerlei kwalen helpen. Als men hoofdpijn
had, was het voldoende om een tabaksblad tegen het voorhoofd te
houden en weg was de pijn! Overal in Europa werd nu tabak aangeplant ter bestrijding van alle mogelijke ziekten. Gerookt werd er
slechts door enkele zeelui, die dit tijdens hun reizen hadden
geleerd, maar daarmede over het algemeen slechts afschuw wekten.
Een heidens gebruik wordt overgenomen
Het roken heeft merkwaardigerwijs via Engeland zijn intrede in
Europa gedaan. In Noord-Amerika werd door Engelse kolonisten
tabak verbouwd in een streek die Virginia werd genoemd. De eerste
kolonisten die uit Virginia naar hun moederland terugkeerden,
trokken te Londen algemeen de aandacht doordat zij uit pijpen
tabak rookten. Vooral het uitblazen van de rook door de neus
maakte diepe indruk. In Londen ging het weldra tot de goede toon
behoren om aan dit nieuwe gebruik mee te doen. Er kwamen tabakshuizen, zoals er al wijn- en bierhuizen waren, en men sprak ook
van tabak drinken; in Nederland noemde men het "toeback suyghen".
Het was echter alleen weggelegd voor rijke mensen, want tabak
bleef voorlopig erg duur. Het heeft toen weinig gescheeld of het
gebruik van tabak was weer geheel uitgebannen. Niemand minder dan
Jacobus I, de koning van Engeland, ging zich ermee bemoeien. Om
het misbruik van tabak tegen te gaan, gaf hij een geschrift uit
waarin hij tegensprak dat tabak enige geneeskundige kracht zou
hebben en voor gezonde mensen noemde hij het roken een barbaars
insluipsel en een ernstig gevaar voor de Engelse natie, want de
flinkheid der mannen zou door deze slechte gewoonte stellig
achteruitgaan. Doch zijn onderdanen wilden niet luisteren en
gingen er mee door.
Op tabak wordt belasting geheven
Jacobus I werd opgevolgd door Karel I. Deze voerde een schitterende hofhouding die veel geld kostte. Tabak werd door hem
zwaar belast en nu mochten de Engelsen zoveel roken als zij
wilden, want uit de belastingen kon Karel I de gelden voor zijn
hofhouding putten. Langzamerhand kreeg het roken in allerlei
landen ook steun in de hoogste kringen.
De sigaar wint terrein
Tot dusver was, afgezien van het pruimen door het scheepsvolk en
het snuiven, vooral in de hogere Franse kringen, de pijp steeds
het middel tot het genieten van tabak geweest. Tegen het einde
van de 18e eeuw kwam het roken van sigaren via Spanje, waar in
Sevilla de eerste Europese sigarenfabriek in 1731 werd opgericht,
ook in andere Europese landen in zwang. Nu werd het roken opeens
zeer populair: de gehele samenleving in al haar geledingen deed
er aan mee.
Nederland als uitzondering
In tegenstelling tot andere staten liet men in Nederland de
fabricage van sigaren over aan het particulier initiatief. Omdat
er ook niet teveel belasting werd geheven ontstond een goed en
goedkoop produkt, dat wat de prijs betreft, binnen ieders bereik
viel. In Nederland ontstond dan ook een verbruik van sigaren dat
ver boven dat in de overige landen lag. Aanvankelijk waren het
vooral de zogenaamde thuiswerkers, die een groot aandeel in de
produktie hadden. Langzamerhand echter maakte de techniek zich
ook van het sigarenmaken meester en ontstonden de sigarenfabrieken zoals wij die thans kennen.
Aansprakelijkheid en Copyright
Thuis Zoek
Mail