Thuis Zoek Mail
NIEUW

Roken schaadt longen van de aarde

Bos gaat in vlammen op

Dat je van roken hartkloppingen, longkanker, brand, gele vingers, stinkende kleren en klagende kamergenoten kunt krijgen, weet u. Maar weet u ook dat met de sigaret complete bossen in rook opgaan?
De Wereld Gezondheids Organisatie schat dat er gemiddeld een hele boom nodig is voor 300 saffies.

Voor de produktie van duizend kilo gedroogde en gefermenteerde tabaksbladeren is gemiddeld zeventig kuub hout nodig. Het vloeitje en de verpakking zijn van papier. Papier wordt van hout gemaakt. In tabaks-exporterende landen gaat de teelt ten koste van het bosareaal. Voor tabaksteelt is landbouwgrond nodig en aan landbouwgrond wordt op deze aarde erg veel bos opgeofferd. Volgens Michel van Hulten, hoofd van het Nederlandse bureau van de Wereld Coalitie voor Afrika, gaat het meeste hout op aan het drogen en fermenteren van de tabak. Fermenteren geschiedt bij hoge temperaturen en duurt wel een week. Het vuur in de tabaksovens brandt op steenkool, gas, olie of hout; in Afrika, Zuid-Amerika en Azië vooral op hout. In de tabaksstreek in het Zuiden van Brazilië staan 93 duizend houtgestookte tabaksschuren.
De hoeveelheid hout die per kilo gedroogde tabaksbladeren in de fik gaat, varieert van 13 tot 230 kilo. In sommige gebieden hangen de planten eerst een tijd in de zon te drogen, waarna de tabak op een (hout)vuur wordt gefermenteerd. De ene tabakssoort droogt en fermenteert sneller dan de andere. De FAO (UN-Food and Agriculture Organisation) schat het gemiddelde op zeventig kuub hout voor een ton gedroogde tabaksbladeren. Jaarlijks wordt wereldwijd 5,5 miljoen ton tabak gedroogd, waarvan 2,5 miljoen op houtvuur. Voor de tabaksproduktie gaat ieder jaar 175 miljoen kuub hout in rook op. Dat komt neer op 2,5 miljoen hectare bos, ongeveer vijftien procent van het totale bosareaal.

Onrendabel

De gebieden waar hout voor tabaksvuurtjes wordt gebruikt, zijn vaak niet zo welvarend. Het is er met herbebossing droevig gesteld; hout is een handige, gratis grondstof.
_Vaak valt het plantseizoen van bomen samen met het seizoen van tabak en voedingsgewasse_, vertelt Van Hulten. _Om boompjes te planten hebben boeren dan geen tijd. De regentijd duurt een paar maanden. Dan moet alles groeien. Boeren zaaien aan het begin van het natte seizoen. Als de regens vallen, zie de de zaailingen omhoog schieten. Iedereen is in de weer met voedselgewassen en tabak. Wie dan boompjes gaat planten, heeft geen tijd om voedsel te verbouwen en moet de rest van het jaar eten kopen. Daar is geld voor nodig. Herbeplanting kan dus alleen als je de boeren ervoor betaalt. De tabaksproduktie zou echter onrendabel zijn, als je van de opbrengst ook nog eens jonge aanplant moet financieren.
In tabaksproducerende delen van Tanzania is het oorspronkelijke, tropische woud inmiddels verdwenen of ernstig aangetast. Bijna een achtste deel van al het hout dat in Tanzania gekapt wordt, gaat de tabakspijp uit.
De gevolgen van ontbossing zijn rampzalig: verdwijnende plant- en diersoorten, erosie, bodemdegradatie, verdroging hier, overstroming daar. Men krijgt te kampen met houtgebrek. Men haalt het hout van steeds verder of stapt over op koemest als brandstof. Die mest komt dan niet meer in de bodem, die daardoor verschraalt. Tabaksproduktie heeft nog een milieu-effect. Bij de teelt is het gebruik van insekticiden en herbiciden heel gangbaar. Vaak zijn dat agressieve vergiften, die in het Westen al jaren verboden zijn.

Waterpijp

Sommige boeren verdienen een boterham met de produktie van tabak, maar wie het meest aan de tabakshandel verdienen, zijn Europese en vooral Amerikaanse bedrijven. Die verwerken de tabak tot sigaretten. Dankzij anti-rook campagnes neemt het aantal rokers in West-Europa en de V.S. de laatste jaren af. Toch roken we in Nederland met ons allen dertig miljard sigaretjes per jaar, gedroogd op het vuur van honderd miljoen bomen. Om de dalende omzet te compenseren, hebben sigarettenproducenten zich enthousiast op minder welvarende landen in het Zuiden gestort. Met succes. Camel doet het prima in de Sahara en Pakistanen ruilen hun waterpijp in voor West-filter.
De westerse sigaret heeft een hogere status dan het ter plekke gedraaide sjekkie. In Ethiopië besteden rokers vijf procent van het totale, gemiddelde gezinsinkomen aan sigaretten. Aan huisvesting spenderen ze slechts half zo veel. In China kost één pakje sigaretten een zevende tot een vijfde van wat een gemiddeld gezin in een dag verdient. In India gaat twaalf procent van het gezinsinkomen in rook op. Steekproeven onder arme gezinnen in Bangladesh wezen uit dat kinderen in rookvrije gezinnen aanzienlijk beter gevoed waren dan kinderen met rokende ouder(s). Van Hulten woonde een tijd in Gao, Mali, waar hij onderzoek deed naar gezinsbudgetten.

Als mensen weinig geld hebben, constateerde Van Hulten, bezuinigen ze eerder op eten dan op roken. Roken is immers een verslaving. Daarom zie je dat hoe armer de gezinnen zijn, hoe hoger het percentage dat aan sigaretten wordt besteed.

 Toch is tabak voor veel landen een belangrijk exportgewas. Zonder tabaksteelt, menen ontwikkelingseconomen van bijvoorbeeld de Wereldbank, zou het met die landen economisch nog slechter gaan. De wereldbank pompt daarom geld in de tabaksteelt in veel landen in het Zuiden. Van Hulten wijst hij erop dat de import van sigaretten meer kost dan de tabaksexport oplevert. Niettemin zijn veel kleine boeren voor hun inkomen inmiddels afhankelijk van tabaksproduktie. Die krijgen de klappen als de tabakshandel in zou storten.

 Dat is zo, erkent Van Hulten, maar dat is geen reden om tabaksteelt te stimuleren. Dan zou je immers ook de cocateelt in Colombia en de hasj-export uit Marokko moeten stimuleren? Dat zijn ook cashcrops, waar veel kleine boeren van bestaan. Ik vind dat je teelt van dergelijke schadelijke gewassen moet beperken. Er zijn genoeg alternatieven. Tomaten doen het prima in Marokko en bloemen in Oost-Afrika. Maar dat zijn gewassen die wij met alle geweld zelf willen produceren. Stimuleer je tomatenteelt in Marokko, dan krijg je mot met het Westland. Tja, dan stappen de producerende landen natuurlijk over op hasj, coca en tabak.

 Van Hulten stelt vast dat _wie milieuvriendelijk wil leven en wie rekening houdt met kleine boeren in onwelvarende landen, het simpelweg niet kan maken om een sigaret op te steken.

Koos Dijksterhuis

Artikel overgenomen met toestemming van De Kleine Aarde© 


Aansprakelijkheid en Copyright
Thuis Zoek Mail

Laatste inhoudelijke wijzigingen: 4:46 PM on 27-03-96